Soms is het lastig om een vertrouwensrelatie op te bouwen met een klant die je krijgt toegewezen. Een ouder belt bijvoorbeeld af. Daarna kun je lastig contact krijgen en vervolgens vertraagt het proces. Als je geen match hebt met ouders, denk je al gauw ‘Laat maar.’

Of je doet minder hard je best omdat je denkt ‘Het heeft geen zin, ze wil toch niet geholpen worden.’

Later, in de contacten, kan een ouder het gedrag van het kind bagatelliseren: ‘Het is allemaal niet zo erg.’ of ‘Hier thuis heb ik er geen last van. Het is meer op school.’ De ouder duwt jou daarmee van zich af, omdat het te dichtbij komt. Kortom, je vertoont ander gedrag als je geen match hebt met de ouders. Hoe bouw je een vertrouwensrelatie met de ouders?

Zelfreflectie: kijk naar je eigen gedrag

Als je een vertrouwensrelatie hebt met iemand, is je gedrag en je communicatie heel anders dan wanneer er geen match is. Dat ligt misschien aan de klanten, maar het mooiste is natuurlijk als jij je er niks van aantrekt hoe die ander zich gedraagt. Als je blijft wie je bent en net doet alsof je met je ideale klant aan tafel zit. Dan blijf je zoeken naar ingangen, mogelijkheden en oplossingen.

Dat lijkt moeilijk, maar het heeft alles te maken met gesprekstechnieken en met je zelfvertrouwen. Laat je niet laat afschepen door wat een ouder zegt. Blijf zeker van jezelf en durf dingen te benoemen. Als je met iemand een goede vertrouwensrelatie hebt, durf je dingen aan te geven en ben je veel zelfverzekerder. Als je dat kunt projecteren op klanten met wie het minder klikt, kun je gemakkelijker contact te maken, waardoor je hen mee kunt nemen in het begeleidingsproces.

Haal je zelfvertrouwen uit je succesen

Je bent eerder geneigd om te kijken naar wat er niet goed is. Maar je wordt zelfverzekerd als je ziet welke successen je iedere dag boekt; de geluksmomentjes. Als je daar aandacht aan geeft, kun je ze uitvergroten. Het kan heel simpel iemand zijn die naar je glimlacht of een afspraak die je kon maken met een moeilijke klant of zelfs een compliment van een collega over je nieuwe schoenen. Wanneer je daarvoor openstaat, krijg je langzaam maar zeker meer zelfvertrouwen.

Gesprekstechnieken voor een vertrouwensrelatie

Uit mijn gesprekken met diverse opleidingen blijkt dat je er wel gesprekstechnieken leert om een vertrouwensrelatie op te bouwen, maar allemaal met het kind en niet met ouders. Terwijl ouders cruciaal zijn in het proces.

vertrouwensrelatie

In mijn trainingen gebruik ik de logische niveaus van Gregory Bateson als basis voor elk gesprek dat ik met ouders voer. Nieuwe vaardigheden vormen gedrag, dat pas beklijft als ouders op een hoger niveau hun overtuiging aanpassen. Veel ouders hebben bijvoorbeeld de overtuiging dat ze hun kind niet kunnen vertrouwen. Dat is zichtbaar in hun gedrag. Daarop reageert het kind, omdat het niet vertrouwd en geloofd wordt. Als je ouders in die logica meeneemt, zien ze ineens hoe het werkt: ‘Inderdaad, ik moet iets doen aan mijn overtuigingen. Ik moet mijn kind meer vertrouwen gunnen.’

Houding en interesse voor een vertrouwensrelatie

Verliefde stelletjes in een restaurant gaan vaak in dezelfde houding zitten. Omgekeerd doet het iets met je als je gesprekspartner in dezelfde houding zit. Dan voel je verbinding en zit je op één lijn. Het lijkt een beetje nep, maar het werkt. Op een gegeven moment zit het in je systeem en doe je het automatisch.

Daarnaast kun je natuurlijk interesse tonen in de hobby’s of in de belevenissen van een ouder. Creëer een sfeer waarin je de ander accepteert. Bevestig dat het gesprek tussen vier muren blijft. Toon begrip voor hun situatie.

Bevestig gedrag, bespreek de overtuiging

Ouders zijn vaak onzeker over wat ze doen: ‘Had ik dan niet boos mogen worden?’ of ‘Had ik dan niet meteen straf mogen geven?’

Of dat slim was of niet, zeg dat die ouder het goed heeft gedaan. Ouders doen wat ze denken dat goed is op dat moment. Als ze dat tegenover jou benoemen, zijn ze er al onzeker over. Als jij dan zegt ‘Dat had je beter anders aan kunnen pakken’, dan ben je het contact kwijt.

Maar waarom doet een ouder dat? De oorzaak ligt waarschijnlijk op het logische niveau van overtuigingen en waarden; wat de ouders over zichzelf en hun kind denken.

Een mooie binnenkomer is daarom ook: ‘Wat is dan voor jou belangrijk in de opvoeding?’

Maak een top 5 met de waardes die voor de ouder belangrijk zijn. Dat kan bijvoorbeeld rust zijn, vrijheid of eerlijkheid. Door de nadruk op die overtuigingen en waardes te leggen, gaat de ouder eerder van daaruit handelen en past vanzelf het gedrag aan.

Als jij weet waarom je doet wat je doet, kun je je gedrag pas veranderen

Wil je hier meer over leren?

Binnenkort geef ik een webinar over dit onderwerp.

Hoe kun je een vertrouwensrelatie opbouwen in 1 gesprek?